In het Latijn zijn veel omschrijvingen te
vinden over dit woord en alles wat er mee te maken
heeft.
Zo heb je magus = magiër; magia = magie;
ars magica = vaardigheid om magie te bedrijven; herba
magica = kruid met magische kracht.
Onder keizer Tiberius (14-37 ) komt Magus in de wetgeving terecht en
onder keizer Trajanus wordt deze term gebruikt voor
iemand die magie bedrijft voor misdadige doeleinden.
Andere vaak voorkomende termen zijn:
*Chaldaeus =
astroloog of droomuitlegger;
*Maleficus = bezweerder;
veneficus = gifmenger;
*Striga of Saga = heks.
In
een grafinscriptie, gevonden op de Esquilijn, herinnert
de kleine Jucundus ons eraan dat hij gestorven is door
de praktijken van een saga en hij vraagt alle ouders die
zijn grafinscriptie lezen, om goed op hun kinderen te
letten.
Ook de schrijver Apuleius waarschuwde dat ze
de macht bezaten om hun slachtoffers te veranderen in
dieren, zich over een grote afstand te verplaatsen, of
hun slachtoffers te doden, om dan gebruik te maken van
hun bloed, hun haar of hun nagels,(erg belangrijke
ingrediënten bij toverbereidingen).
De twee bekendste tovenaressen uit de mythologie zijn Kirkè en Medea.
Het woord "magie" of "magisch" heeft tegenwoordig een
positievere klank en heksen zijn nu een stroming van
mensen die liefde voor de natuur/wereld en hun
medemensen hoog in het vaandel hebben staan.
Vroeger waren de mensen behoorlijk bijgelovig. Allerlei
voorvalletjes werden gezien als tekens die een
waarschuwing van de goden inhielden tegen komend onheil.
*Als je over de drempel struikelde bij het verlaten van
het huis in de morgen, kon je maar beter thuis blijven
die dag.
*Als je tijdens de maaltijd over brand
sprak, moest je snel wat water over de tafel sprenkelen
om alle brandgevaar te weren.
*Als je tijdens het
eten een haan hoorde kraaien, moest je snel de passende
bezwering uitspreken of die dag niet meer eten.
*Zo weet waarschijnlijk iedereen wel wat voorbeelden op te noemen.
Andere bovennatuurlijke waarschuwingen waren o.a.:
*Gekras van een kraai of een uil horen( een onaangename ontmoeting
hebben).
*Een omgevallen oliekruik zien.
*Een zwarte hond een
huis zien binnenlopen.
*Een slang van een dak in de tuin zien vallen.
*Een
dakbalk zien splijten.
*Wijn of water morsen, etc.
een vloek die op iemand werd geworpen, kon je best afweren
door de middenvinger uit te steken (wordt tegenwoordig ook nog gedaan,
maar met een ander doel)
of door amuletten of talismannen te dragen, van metaal, halfedelsteen,
koraal, bergkristal.
*Ter bescherming van kinderen werd een gouden plaatje (een bulla) om de hals
gehangen.
*Om de kans op succesvol huwelijk zo groot mogelijk te houden, werden
bepaalde dagen zorgvuldig vermeden.
*Bij elke bliksemschicht moest je beginnen fluiten.
*Een slaaf mocht de vloer niet vegen als er een gast van tafel opstond
of een tafeltje leegruimen als de gast dronk.
*Liet je een stukje eten vallen, dan moest het onmiddellijk opgeraapt
worden, en moest je dezelfde stukje, (zonder schoon te maken), opeten.
*Als een gast niesde op het moment dat er een dienblad werd
voorgehouden, dan moest men zo snel mogelijk beginnen eten.
*Vrouwen knipten zich alleen de vingernagels als er markt was; ze
moesten dan met de wijsvinger beginnen en mochten tijdens de hele
operatie geen woord spreken.
*Op zee was het ten strengste verboden haar of nagels te knippen.
Veel "bijgeloof" bestaat nu nog, al zijn de gevolgen niet altijd zo extreem
en soms is de grens tussen bijgeloof en gewone voorzorgsmaatregelen niet
zo duidelijk te herkennen. Wie de natuur in de gaten houd, kan aan de
hand hiervan toch wel enkele "voorspellingen" orakelen.
Een vervloeking was een handeling waarbij men de vijand aan de goden van
de onderwereld wijdde. Dat kon gebeuren na een tegenvallend vonnis in
een rechtszaak, bij familieveten en bij jaloezie tussen concurrenten.
Er is in de geschiedenis veel te vinden over vervloekingen, hele
families en volken konden een vloek over zich af horen roepen (soms om
heel kleine vergrijpen van 1 familie lid.)
In een plaatje (bij
voorkeur van lood en soms van goud, zilver, brons, marmer of terracotta)
werd de naam van de gehate persoon gekrast waar men een
vervloekingformule aan toevoegde. Dat plaatje werd dan in een graf
gestoken, in een tempel gelegd of in een put of een warme bron gegooid.
Ook kon het plaatje met een lange spijker (die er dwars doorheen werd
geslagen) worden vastgemaakt. Op zo'n spijker stonden vaak magische
tekens afgebeeld. Er zijn veel van die plaatjes gevonden die meermaals
doorboord zijn.
Om te voorkomen dat de vloek uitgesproken werd over de verkeerde persoon
liet men, om vergissingen te voorkomen, de naam van de vervloekte nog
volgen door die van zijn/haar moeder.
Ook zijn er vervloekingen bekend in de vorm van poppetjes, waarbij iets
van het toekomstige slachtoffer gebruikt werd (haar, nagels) waarna de
poppetjes met naalden, spelden of vuur werden mishandeld onder het
uitspreken van de "vloek".
In elke cultuur zijn meerdere vormen van vloeken bekend en deze maken
onderdeel uit van die cultuur.
Contact via:
gastenboek
Delen