Voor de Tweede Wereldoorlog kende heel Nederland de
mascotte van het Nederlands elftal:een konijn maakte
alle wedstrijden mee.
Tijdens de wereldkampioenschappen in Argentinië was de
mascotte Loeki de leeuw (laat de leeuw niet in zijn
hempie staan).
De
voetbalclub ADO (nu FC Den Haag), had een jongetje als
mascotte, De Graafschap een bok en de Zwarte Schapen (
nu FC A'dam ) had een zwart schaap.
ADO ging elke zondagochtend voor een thuiswedstrijd in
een Haags restaurant biefstuk eten. Een keer bracht het
bestuur variatie in het menu aan: kip. ADO verloor van
Sparta, voortaan was het weer biefstuk, nederlaag of
geen nederlaag.
In de gloriejaren van Feyenoord, toen de Rotterdammers
de Europacup 1 en de Wereldbeker wonnen, droegen enkele
Feyenoordspelers onder hun eigen onderbroek nog het
slipje van hun vrouw of vriendin. Dat hielp perfect
Doelman Stijn Stijnen is bezig aan een sterk seizoen bij Club Brugge. Stijnen wordt echter geholpen door... een versleten blauwe trui.
Ajax placht zich altijd voor te bereiden voor
Europacupwedstrijden op Oud-Wassenaar. Daar werd een
keer van afgeweken, en prompt werd verloren van Benfica.
Voortaan was het weer Oud-Wassenaar.
Udo Lattek, de trainer van Bayern Munchen, weigerde zijn
trui te wassen, zolang zijn club aan de winnende hand
bleef.
Cruyff had altijd rugnummer veertien. Bij het begin van
de wedstrijd gaf hij de doelman een tikje tegen zijn
buik dat moest geluk brengen.
De Israëlische voetbalbond riep de hulp in van Uri Geller, voor een wedstrijd tegen Engeland
Patrick Kluivert en Ruud Gullit lieten zich adviseren door astroloog en waarzegger Simon Suiker, die daar overigens uiteindelijk zelf vrij weinig aan had. Hij stierf kortgeleden op 60-jarige leeftijd aan aids, als berooid drugsverslaafde.
Te koop op de Santa Lucia-markt in Barcelona: caganer
van Carles Puyol, Frank Rijkaard en Samuel Eto'o. De
Catalanen geloven dat deze poppetjes geluk brengen.
Gerrie Muhren trok een belangrijk zwembroekje van Sjaak
Swart aan.
Velen dragen een bepaald kettinkje (Patrick Kluivert).
Dit zorgt ervoor dat ze niet kunnen verliezen.
Schaatser Yvonne van Gennip geloofde in de zegeningen van haptonomie voor een wedstrijd
Wielrenner Gerrie Knetemann was met geen stok hotelkamer 13 in te krijgen.
Atlete Ellen van Langen at zakken vol met eierkoeken leeg.
Nico Rienks verrichtte voor een roeiwedstrijd een
goede daad,
Wielrenster Leontien van Moorsel stift steevast haar
lippen rood voor een wedstrijd.
Ernst Happel liet, als trainer van Feyenoord, zijn
haar groeien in de moeilijke eindfase van de competitie
1970/'71, maar liet het meteen weer afknippen zodra
Feyenoord kampioenschap een feit was.
Coen Moulijn moest, in perioden dat hij minder op dreef
was, voor hij naar het stadion ging vier keer de deur
van zijn kledingzaak aanraken. Of zijn hand op de tafel
leggen. Of een stoel verschuiven.
Coen Moulijn en Theo Laseroms moesten altijd samen
achter in de bus zitten.
Barry Hughes zette, toen hij nog trainer van Go Ahead Eagles was, voordat hij de deur uitging op weg naar het stadion, altijd de grammofoonplaat "Land of Hope and Glory" van Vera Lynn keihard aan.
Daarna kuste hij zijn vrouw (Elles Berger), en begaf zich vol zelfvertrouwen naar zijn zoveelste nederlaag.
*Ruud Krol kwam Sjaak Swart altijd voor de wedstrijd
thuis ophalen en nam dan gebakjes mee. Voordat Sjakie
dan zijn huis verliet op weg naar het stadion, kuste
zijn dochtertje zijn voetbalschoenen. Gerrie Müren
droeg bij Europacupwedstrijden altijd de onderbroek van
Swart.
*Eddy Treytel, de keeper van Feyenoord, zette vlak voor
hij de kleedkamer verliet, zijn toupet af.
*Willem van Hanegem rookte de helft van een sigaret op
en stak de andere helft in zijn borstzakje.voor na de
wedstrijd.
*Rinus Israel trok zijn Feyenoordshirtje pas aan als
Van Hanegem het hem aangaf.
*Henk Wery spuugde sinds november 1970 altijd even in
zijn voetbaltas voordat hij de kleedkamer verliet.
*Rob Koort van SCA trok altijd de rechtervoetbalschoen
van Adrie Heyt aan, want dan zou deze scoren.
Zelfs Johan Cruijff was erg gevoelig voor vaste rituelen. Dat bleek niet alleen uit zijn rugnummer 14, maar ook uit het feit dat hij bij Ajax altijd als laatste de kleedkamer wilde verlaten, daarna de keeper een tikje in zijn buik gaf en vlak voor het eerste fluitsignaal zijn kauwgompje over de middenlijn spuugde.
Dit lijstje werkte de Engelse keeper Alan Rough
altijd af
*Op wedstrijddagen niet scheren.
*Een sleutelhanger met distelmotief dragen.
*Een oude tennisbal mee naar het veld.
*In zijn zak een kleine voetbalschoen.
*Een kleine stervormige medaille om.
*Haak 13 in de kleedkamer nemen.
*Onder zijn keeperstrui een oud shirt met het rugnummer
11.
*In de tunnel drie keer de bal tegen de muur stuiten.
*Op het veld éénkeer in het lege doel schieten.
*Tijdens de wedstrijd voortdurend zijn neus snuiten met
zakdoeken die hij onder zijn keeperspet bewaarde.
Ook Hans van Breukelen had heel wat rituelen af te
werken
*Voor de wedstrijd gruttenbrij en rijst eten.
*Zijn moeder moest hem altijd succes wensen.
*Hij wou maar in éénbepaald shirt spelen.
*Een medaille dragen van Paus Johannes de 23e, een grote
bronzen.
*Een paar dagen voor de wedstrijd niet scheren.
*Vlak voor de wedstrijd gaan poepen, boekje lezen, de
warming-up doen en daarna een plasje doen. In die
volgorde!
*Altijd op dezelfde manier aankleden, eerst rechts dan
links.
*Altijd op dezelfde plaats zitten in een kleedkamer,
waar hij een keer eerder is geweest.
*Altijd twee minuten voor de groep voor de warming-up
naar buiten. Pal voor de aftrap altijd als laatste.
*Bij de rust als eerste weer binnen, als laatste weer
naar buiten.
*De warming-up altijd hetzelfde doen.
Contact via:
gastenboek
Delen